Maken van een omgevingsplan
- Wat komt er bij het maken van een omgevingsplan kijken en hoe doe je dat in de praktijk?
- Wat moet, wat kan en wat mag (niet) in het omgevingsplan?
- Aan de hand van concrete regelingen en beleid maken we voor een klein, overzichtelijk deelgebied een omgevingsplan
- Keuze tussen een ontwikkelingsgericht of beheergericht deelgebied
- Ook vragen uit de eigen praktijk krijgen een plek
Aanleiding
Het omgevingsplan wordt een allesomvattend juridisch kader voor de fysieke leefomgeving in gemeenten. Hierin worden juridisch bindende regels en toetsingskaders en waarden opgenomen die al dan niet direct bindend zijn. Het omgevingsplan kan een verordenend maar ook een planmatig karakter hebben. Naast de vanwege instructieregels opgelegde verplichtingen van Rijk en provincie krijgen gemeenten de vrijheid om het omgevingsplan op eigen wijze in te vullen, mede afhankelijk van de gemeentelijke werkwijze. Er zijn dus keuzemogelijkheden. De relatie met de omgevingsvisie en programma’s speelt daarbij een belangrijke rol.
Naast nieuwe regels ten aanzien van de fysieke leefomgeving moeten bestaande juridische regelingen (verordeningen, bestemmingsplanregels en beleidsregels) op dit terrein worden heroverwogen en een plek krijgen in het omgevingsplan. Dit alles moet zijn afgestemd op de werkwijze die de gemeente wil hanteren ten aanzien van verschillende activiteiten. De binnenkort uitkomende staalkaarten en laatste richtlijnen van het ministerie, en de meest recente (concept/ontwerp-) wetgeving worden uitdrukkelijk ook meegenomen in de cursus.
Inhoud en resultaat
Tijdens de cursus gaat u aan de slag met het werkelijk maken van een omgevingsplan voor een deelgebied. Aan de hand van twee praktijkcases gaat u met behulp van theorie dit fragment omgevingsplan maken. Er wordt aandacht besteed aan het opstellen van regels en verbeelding maar ook aan de inhoudsopgave en structuur van het omgevingsplan en de relatie naar de omgevingsvisie en andere instrumenten uit de Omgevingswet.
De cursist wordt uitdrukkelijk uitgenodigd om zelf onderwerpen aan te dragen om te bespreken en desgewenst in het eigen omgevingsplan te verwerken.
Aan het eind van de cursus hebt u zicht op wat in een omgevingsplan moet worden opgenomen en op welke wijze dit kan. Het verschil tussen een op beheer en een op ontwikkeling gericht plan wordt inzichtelijk. U oefent samen met de medecursisten met inhoudelijke direct werkende regels, toetsingscriteria en procesregels. Ook kunt u aangeven hoe u het instrument omgevingsvisie in relatie tot het omgevingsplan inhoud kunt geven en heeft u zicht op de plek van het nieuwe omgevingsplan in de gemeentelijk totale juridische structuur.
Doelgroep
De cursus is primair bedoeld voor:
- planmakers
- beleidsmedewerkers binnen het domein van de fysieke leefomgeving
- RO- en bestuursrechtjuristen
Ook is de cursus interessant voor beleidsmedewerkers milieu en vergunningverlening.
U wordt verondersteld kennis van de hoofdlijnen van de Omgevingswet en zijn instrumenten te hebben.